Navigation
Geschiedenis Langeraar

Geschiedenis Langeraar

Kerkgeschiedenis

Historie van de geloofsgemeenschap in Langeraar

Na de reformatie was het de katholieken verboden hun godsdienst openbaar te beleiden. Hun kerken werden geconfisqueerd en men was gedwongen in het geheim erediensten en godsdienstoefeningen te houden.

Dat gebeurde dan in zogenaamde schuilkerkjes. In Langeraar was een dergelijke plaats van samenkomst ingericht in “Aerestijn”, het landgoed van een rijke vervener. Nadat dit gebod was opgeheven was het pastoor Julius Vermeij (1718-1755) die in 1719 met zijn kerkbestuur hier de eerste kerk  van hout bouwde. Deze werd in 1753 vervangen door een grotere van steen. In november 1842 werd de derde kerk ingewijd.

In 1899 nam pastoor G. van Dijk op 70-jarige leeftijd, met jeugdig elan, de bouw van een nieuwe kerk voor zijn parochie op zich. Kunstzinnig als hij was besloot hij dat die kerk, in afwijking van het gebruikelijke langbouw type, een minder allerdaagse gecentraliseerde vorm zou krijgen. In neogotische stijl en gebaseerd op de vorm van een kruis met de voet daarvan in zuiver oostelijke richting, immers “Christus is als de zon die lichtend over ons opgaat… !”. 
Aan het centrale achtkant, dat een overspanning heeft van 16 meter, waarvan het stenen stervormige gewelf door acht (van de 12) pilaren wordt gedragen, sluiten zich, als vier armen van een kruis, de overige delen van de kerk aan. 

Naar het oosten het drie-beukig, drie gewelfvakken (travées) diepe schip. Naar noord en zuid de transepten, beide langs de helft voorzien van zijbeuken. Dan naar het westen het priesterkoor bestaande uit één halftienhoekige gesloten travée  welke door bogen in verbinding staat met de daarnaast gelegen zijkapellen (zijaltaren). De vóór het schip geplaatste toren (65 meter hoog) bevat het hoofdportaal met hoofdingang en ter weerszijde van de toren een dagingang. 

Naar het oosten het drie-beukig, drie gewelfvakken (travées) diepe schip. Naar noord en zuid de transepten, beide langs de helft voorzien van zijbeuken. Dan naar het westen het priesterkoor bestaande uit één halftienhoekige gesloten travée  welke door bogen in verbinding staat met de daarnaast gelegen zijkapellen (zijaltaren). De vóór het schip geplaatste toren (65 meter hoog) bevat het hoofdportaal met hoofdingang en ter weerszijde van de toren een dagingang. 

Aan de noord- en zuidkant van de toren zijn tegen de zijbeuktravées halftienhoekige kapellen aangebouwd: de doopkapel met de unieke doopvont en de Mariakapel met de prachtige Piëta (beeld van Moeder der Smarten). Het voordeel van deze indeling/inrichting is, dat vanaf de meeste plaatsen het altaar en de preekstoel gezien kunnen worden. De aantrekkelijkheid, de charme, die eigen is aan de indeling door pilaren, blijft bewaard. Model voor deze kerk stond de H. Hartkerk te Amsterdam, een schepping van de grote “kerkenbouwer” architect Dr. Pierre J.H. Cuijpers.

De kerk van Langeraar, die met de toren 47 meter lang is bij een breedte van 16 meter die in de transepten oploopt tot 24 meter, telde 850 zitplaatsen. Dit aantal groeide later tot 930 zitplaatsen omdat er zogenaamde armenbankjes bijgeplaatst waren.
De kerk werd gebouwd door de architecten J. L. Meester en J. Scheepens, beiden leerling van Cuijpers en ontving haar wijding op 22 mei 1902 van Mgr. Bottemanne, bisschop van Haarlem.
Wegens een veranderde geloofsbeleving onderging het interieur in 1974 een metamorfose tot aanpassing aan “de nieuwe tijd”. De banken staan sindsdien in drie groepen geformeerd rond een altaartafel op een verhoging, zeg maar een podium.

Het aantal zitplaatsen werd daarbij teruggebracht tot de huidige 562. De kerk, pastorie en ingang van het kerkhof zijn tot Rijksmonument verklaard. Uit het kerkelijk bezit mogen genoemd worden een reeks laatbarokke houtsculpturen van omstreeks 1750: de twaalf Apostelen, de Heilige Maagd, de Heilige Adrianus en Sint Jozef met Jezuskind, allen Rijksmonument. Daarnaast omvat het interieur een mooie monstrans, vervaardigd in 1617, en o.a. divers zilverwerk.

Een bezoek aan de “Kathedraal van de Rijstreek” ofwel de “Parel van de Veenstreek” is om meerdere redenen zeer de moeite waard. Een ieder die vanaf de A4 bij Leimuiden het Groene Hart binnenrijdt ziet die toren naar de hemel wijzen. En als u bij de kerk zelf aankomt, ziet u de deur (vaak) wijd open staan.

Bron: P.J. van Rijn

Historicus Piet van Rijn over de H. Adrianuskerk