Mattheüs 22, 1-14.

Jezus vertelt over een feest dat maar niet op gang kon komen doordat de als eerste genodigden, Gods volk, het lieten afweten.

De mensen, op wie God dacht te kunnen rekenen om de wereld tot een bloeiende wijngaard te maken, juist zij beweren geen tijd te hebben. Geen tijd hebben voor elkaar is iets dat nog altijd speelt of wel willen profiteren van de inzet van anderen, maar zelf geen bijdrage leveren. Dan ben je die man zonder bruiloftskleed, die het ook voor niets wilde doen.

In deze parabel doet Jezus een beroep op ieder van ons, om met Gods hulp voor elkaar het leven tot iets goeds te maken.

De wereld wordt geen heerlijke wijngaard, het leven geen feest, als we doen alsof we God niet horen.