Eerste lezing: Jesaja 5, 1-7.

Heeft u de volgende stelling wel eens gehoord in een bijbelstudieclub?

‘’Profeten zijn de waakhonden van God’’. In zijn naam moeten ze blaffen en soms bijten als het nodig is.

Jesaja was ook zo’n waakhond. Uit naam van God gaat hij geregeld te keer tegen het volk dat zich ten onrechte Gods volk durft te noemen. Vaak blaft hij, soms bijt hij, vandaag zingt hij een protestlied: ‘’Ik zing het lied over mijn vriend en zijn wijngaard’’. De vriend die hij bezingt is de Heer, die zoveel liefde en energie gestoken heeft in zijn wijngaard, het volk Israël.

De H. Franciscus, dezer dagen herdacht, was ook zo’n waakhond. Hij was een heel spiritueel man, die de kerk veel goed heeft gedaan en heel veel mensen geïnspireerd heeft. Hij leerde hun het Evangelie met nieuwe ogen te lezen.

Zou het goed zijn als wij dit ook gaan proberen?