‘Neen, ik zeg u, vergeef niet tot zevenmaal toe maar tot zeventig maal zevenmaal’. Mt.18,21-35

 

Petrus moet geschokt geweest zijn, zodra hij besefte dat de weg van de vergeving geen einde kent.

Later is hij er blij om, omdat Jezus hem vergeeft, ook al had hij hem verloochend.

Petrus zag in dat, als God nooit ophoudt hem te vergeven, hij moet proberen om anderen te vergeven.

Alleen zij die kunnen vergeven, horen thuis in het rijk van God.