Joh. 6,51-58. ‘Mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank’.

Ik heb nog veel herinnering aan dit Hoogfeest, in een plechtige processie de kerk rond, de monstrans onder het baldakijn omgeven door witte bruidjes en ik voorop lopen met een zwaar vaandel van jong Colping, een jeugdgroep, omdat mijn boerenarmen sterk waren, op weg naar het rustaltaar terwijl we zongen: knielt christenschaar voor het zoenaltaar, uw God rust daar……

Er is veel veranderd rondom dat H. Sacrament.

Het rijk versierde hoogaltaar is bijna overal achtergrond geworden en een bescheiden, veelal houten altaartafel is het liturgisch centrum geworden. We blijven niet meer nuchter voor de communie, maar zijn er wel nuchterder over gaan denken. We komen samen rondom woord en tafel.

In de eucharistie zou keer op keer duidelijk moeten worden wat we in onze gewone doen zo makkelijk vergeten. Daar wordt immers nog lang niet altijd ons brood, ons leven echt gedeeld met anderen. Want het leven is de plek waar het christen-zijn moet gebeuren.

Niet in processies moet Hij worden meegedragen, maar in ons hart, in het leven van alledag.

Ite missa est, zongen we vroeger aan het eind: Ga, uw missionaire zending begint nu…..