7e zondag door het jaar. 1 Matteüs 5, 38-48 en Korintiërs 3, 16-23.
De lezingen van deze zondag zijn woorden die van hogerhand gegeven zijn. In de Bergrede vraagt Jezus, net als Mozes in zijn tijd, heel wat van zijn volgelingen. Mozes leerde het volk: wees niet haatdragend tegen je broeders en neem geen wraak op iemand van je eigen volk. Maar Jezus verruimt dat: neem op niemand wraak, ook niet op vreemden. En nog sterker: Heb lief die u haten. Maar de weg die het evangelie ons wijst, gaat de andere kant op en dus denken wij: je moet wel gek zijn om zo goed te zijn. Vandaar dat Paulus in de 2e lezing schrijft: iemand die denkt wijs te zijn naar de normen van onze tijd, die voorbij gaat, moet dwaas worden om de ware wijsheid te leren. Zullen we bidden op deze carnavalszondag dat er meer gaan meetrekken in de optocht van wijze dwazen, goede gekken, waarover de apostel Paulus spreekt?