Op het moment dat ik dit stukje schrijf is 2019 nog niet zo oud. Alle goede wensen voor dit jaar zitten nog vers in mijn geheugen. Daar kun je eindeloos bij wegdromen.
Wat gaan we van dit jaar maken? Zal dit jaar ons liefde, geluk en ruimte van leven brengen of vooral verdriet, angst, machteloosheid?
Hoe staat het met 2019 als we kijken naar onze kerk? Zal die levensvatbaar blijven of zullen meer mensen de kerk hun rug toekeren? Want, dat dat gebeurt is te lezen in onderzoeken die gedaan worden. Dat kan je moedeloos maken.
En toch: de kerk bestaat al ruim 2000 jaar. Heeft allerlei situaties al meegemaakt. Krimp, onverschilligheid en ook wonderen, een rijk geloofsleven en groei.
Geloven is niet naief, wat veel mensen denken. De gelovige realiseert zich dat de toekomst van God komt, dat Hij die de oorsprong van alles is op mensen en op de wereld betrokken blijft.
Dan zou je kunnen denken: “prima, ik hoef me dus geen zorgen te maken?”
Beter zou je kunnen denken: hoe zou ik een positieve bijdrage kunnen hebben aan hoe mensen ons geloof, onze kerk zien?
Dat kun je ook anders formuleren: op welke manier zou ik in mijn leven en in de kerk gelukkiger zijn?
Naar mijn vaste overtuiging kunnen we voor een antwoord op deze lastige levensvragen heel goed bij Jezus terecht. In zijn veel te korte leven is Hij een voorbeeld geweest en een heel goede leermeester. In de evangelieverhalen is telkens weer te lezen wat Hij deed, hoe Hij leefde, welke adviezen Hij gaf. Heel in het kort komt het erop neer dat je je naaste (en echt iedereen kan je naaste zijn) behandelt zoals je zelf graag behandeld wil worden. Je hoeft jezelf niet binnenstebuiten te keren om “het goede” te doen.
Vriendelijk zijn en proberen geen slechte dingen over anderen te vertellen.
Niet vluchten voor iemand die een verdrietig verhaal heeft maar luisteren, echt luisteren.
Geen oordeel hebben over wat je niet van iemand begrijpt, want als je alles weet vergaat je oordeel!
Mensen die hier een veilig heenkomen zoeken, leren kennen en waarderen, zelfs als ze andere gewoontes hebben dan hier gebruikelijk is.
En verbinding zoeken en bewerken als er scheiding en ruzie dreigen.
Een helpende hand toesteken als u ziet dat iemand dat nodig heeft.
Wie zo kan leven leeft aanstekelijk. Die straalt warmte uit. Zal altijd genoeg vrienden hebben.
Die maakt verschil waar hij of zij komt. Die is als het zout van de aarde, je hebt er niet veel van nodig om de smaak te verbeteren. En wanneer we als parochianen op die manier met elkaar omgaan, zijn we aanstekelijk, worden mensen buiten onze kring misschien nieuwsgierig naar ons. Dat bedoel ik niet om mensen de kerk in te krijgen. Maar wel dat men zich kan oriënteren op de grondslag waarop wij ons leven richten. Alleen u of jij die zich parochiaan voelt, kan ervoor zorgen dat de kerk meer “gezicht” krijgt in het dagelijkse leven, waar u maar komt. En het geheim van die manier van leven is dat je zelf ook blij wordt van het feit dát je verschil kunt maken!
Je hoeft het allemaal niet alleen te doen we kunnen met Huub Oosterhuis zeggen en zingen: “Van U is de toekomst, kome wat komt”.
Door: Margriet van der Zwaan